Steeds meer toeristen weten Leiden te vinden. Dat is fijn voor onze economie en goed voor de ondernemers in de stad. Tegelijkertijd zijn er ook nadelen. Meer drukte op straat, meer geluidsoverlast en meer evenementen, meer Airbnb en meer druk op de woningmarkt.
De Partij van de Arbeid wil, naast de positieve aandacht voor toerisme, ook aandacht voor de negatieve gevolgen ervan. We moeten voorkomen dat toerisme een vloek wordt en onze leefbaarheid onder druk komt te staan. Daarom wil de Partij van de Arbeid dat de balans tussen wonen, werken en recreëren in Leiden in orde blijft.
Vrijdag vroeg ik de gemeente, via schriftelijke vragen, in navolging van het advies van de Raad voor leefomgeving en infrastructuur om met een visie op toerisme te komen. In die visie geven we aan hoe groeiend toerisme onze stad ten goede komt, zonder dat het ons schade aanricht. Nu reageren veel gemeenten pas wanneer de overlast te groot is geworden. Verwacht wordt dat het toerisme in Nederland komende jaren flink doorstijgt: van 42 naar 59 miljoen bezoekers in 2030.
In die nieuwe visie over toerisme, waar ik de gemeente om vroeg, kunnen we meteen beschrijven hoe we voor draagvlak onder Leidenaren voor het groeiend toerisme kunnen zorgen. Wat mij betreft doen we dat door anders om te gaan met de inkomsten uit de toeristenbelasting. Nu gaan de opbrengsten van de toeristenbelasting bijna rechtstreeks naar de stadsmarketing. Ik wil een deel van dat budget besteden aan cultuur en projecten die mensen verbinden.
Rotterdam doet dat bijvoorbeeld met een nieuw opgericht stichting, ondergebracht bij Rotterdam Partners, waar de stadsmarketing weer onderdeel van is. De nieuwe stichting brengt Rotterdamse bedrijven, fondsen, sociale ondernemers en andere partijen samen om problemen in de stad aan te pakken. Ze koppelen bijvoorbeeld investeerders aan Rotterdammers met plannen tegen armoede, werkloosheid of eenzaamheid. Zo investeert de stadsmarketing niet alleen in de promotie van Rotterdam, maar is het ook in de stad zelf actief op zoek naar draagvlak.
Dit zijn de schriftelijke vragen die ik aan het College stelde:
1) Is het College bekend met het artikel in het Leidsch Dagblad van 6 september waarin de Raad voor leefomgeving en infrastructuur waarschuwt voor de negatieve gevolgen van toerisme?
2) Welke autonome groei in het aantal bezoekers tot 2030 aan Leiden verwacht het College?
3) Is het College het met de Partij van de Arbeid eens dat de betere balans tussen wonen, werken en recreëren in onze stad in orde moet zijn?
4) Is het College bereid om zo spoedig mogelijk in gesprek te gaan met de gemeenteraad over een vernieuwde toeristische strategie die zorgt dat de balans tussen wonen, werken en recreëren in orde blijft, en daarover ook in overleg te gaan met Leidenaren? Zo ja, wanneer?
5) Tegelijk met de groei van het toerisme stijgen ook de inkomsten uit toeristenbelasting. Is het College bereid om mogelijkheden te onderzoeken om die inkomsten niet alleen aan marketing van de stad toe te laten vloeien, maar ook naar projecten die Leidenaren met elkaar verbinden, zoals bijvoorbeeld de gemeente Rotterdam onlangs deed?